2012


DE MAGIE VAN MUZIEK, THEATER EN DANS IN DE HUISKAMER - Lichten uit, kaarsjes aan
(by Maarten Byttebier, De Standaard, 24/05/2012)
BRUSSEL - Huiskamershows zijn in. Zie het als een reactie tegen massafestivals, zie het als een terugkeer naar de roots of zie het zoals Dries Neyrinck uit Oordegem, die singer-songwriter Sophia mocht verwelkomen: De beste plaats om mijn idool te zien, is mijn eigen living.'
‘Wat denk je? Zou ik eens bij je thuis komen spelen?' Het had uit het vriendenboek uit onze kindertijd kunnen komen, maar het stond in een mail van de Amerikaanse singer-songwriter Sophia aan zijn trouwe Belgische fans. At home with Sophia heet zijn jongste cd, en hij wil die titel graag in de praktijk brengen.

Iedereen die dat wil kan hem uitnodigen, zo schrijft hij, maar er zijn een paar regels. En nee, ook deze komen niet uit ons vriendenboek: ‘Geen katten. Sorry. Ik hou van katten... Oké, ik hou niet van katten. Ik vind ze wel leuk, maar ik ben er allergisch voor en je wil toch niet dat ik begin te niezen halfweg “So slow” of “The desert song nr. 2”?'

Dries Neyrinck uit het Oost-Vlaamse dorpje Oordegem heeft alle platen van Sophia en geen katten. Dus zaten wij een tijdje geleden in zijn sofa, klaar voor het huiskamerconcert van Robin Proper-Sheppard, de man achter de cultgroep.

Cake
Wij gaan wel eens meer naar livingshows, maar zo knus als in Oordegem hebben we het nog nergens geweten. Blokjes kaas, salami en olijven doen de ronde. ‘De drank staat in de koelkast, je neemt maar. Nog iemand een stuk cake?'

In de zetel zit Robin Proper-Sheppard zijn gitaar te stemmen. ‘Fantastisch, niet? Dit is waar ik het voor doe: om mensen te leren kennen. Je komt altijd wel iets tegen op huiskamershows. Een tijd geleden speelde ik in een woonkamer in Lommel. Bleek dat de aanstaande burgemeester in het publiek zat. Hij hoorde dat ik op zoek was naar een plek om de cd van Oscar & The Wolf te helpen opnemen. En zie: straks beginnen de opnames in een Lommelse kerk!'

Het wordt drukker. De laatste bende vrienden die arriveert, zoekt een plekje in de hoek, tussen het speelgoedwinkeltje en de barbiepoppen. ‘Welke nummers willen jullie horen? Of zijn jullie alleen gekomen voor het gratis bier in de koelkast?' Proper-Sheppard noteert naarstig de verzoekjes. De baby, die al de hele tijd rustig ligt te slapen, zet zijn keel open. ‘Snel, zing iets!', oppert iemand. ‘We willen dat hij kalmeert, niet dat hij nog harder begint te huilen', pareert Proper-Sheppard.

The God Machine
De vlotte veertiger lijkt geboren voor dit soort concertjes tussen zijn fans – in dit geval een dertigtal. En zeggen dat we hem het laatst zagen voor een paar duizend festivalgangers op Cactus. Hij moet keuze genoeg hebben als hij een living wil aandoen. Hoe selecteert hij zijn plaatsen – behalve dan dat er geen katten mogen zitten?

‘Ik ben altijd op zoek naar huizen met een verhaal. Dries hier houdt al jaren een site bij waar hij de gitaarakkoorden van mijn nummers op zet. Handig voor fans die gitaar spelen, maar óók handig als ik ze zelf vergeten ben. Een ander concert speel ik bij een koppel dat elkaar heeft leren kennen op mijn muziek.'

‘Vanavond zit ook Christophe in de kamer, die de eerste fansite ooit maakte van The God Machine, mijn vroegere groep. Op normale concerten krijg ik nooit de kans hen te ontmoeten, maar op livingshows kan ik eindelijk kennismaken. Trouwens: je gaat toch niet zitten noteren tijdens mijn concert, hé? Daar word ik nerveus van.'

Boodschap begrepen, de show kan beginnen. Het licht gaat uit, de kaarsjes aan. ‘Bedankt dat jullie hier allemaal zijn. Ik weet niet van hoever jullie komen? Sommigen van het huis hiernaast, sommigen wonen hier. Er zijn er zelfs die in deze kamer slapen.' Hilariteit. ‘Ik heb 22 nummers genoteerd, ik zie wel of ik ze allemaal speel of niet. Uiteindelijk ben ik de baas.'

‘Nee, dat ben je niet!', countert Dries. Hij krijgt de beste plaats: ‘Eindelijk nog eens samen met mijn vrouw in de zetel.'

Proper-Sheppard sluit de ogen en begint te spelen. Zijn songs zijn intens als altijd, maar intiemer dan hier klonken ze nooit. Nog meer dan anders word je meegezogen in zijn wereld. Of nog: jezelf horen slikken tijdens je eigen verzoeknummer, ook dát is de magie van een huiskamerconcert. De tweeënhalf uur lijkt in een zucht voorbij.

Prettig gestoord
Doordat je publiek bijna letterlijk op schoot zit, raken livingvoorstellingen sneller een gevoelige snaar. Dat is niet alleen zo bij concerten, maar ook bij theater, bevestigt Katrijn Govaert. Met twee vriendinnen vormt ze Kleine Prettige Stoornis (KPS), een Gents gezelschap dat hoofdzakelijk in huiskamers optreedt.

‘Het gebeurt wel eens dat mensen beginnen te huilen tijdens onze voorstelling. Best heftig. Maar die intimiteit werkt ook omgekeerd: je ziet het meteen als iemand zijn aandacht verliest. In het begin trok ik me dat erg aan.'

Zijn er nog redenen waarom Kleine Prettige Stoornis voor de huiskamer als podium kiest? ‘Het leukste is dat je vaak voor een publiek speelt dat het niet gewend is naar theater te gaan. Ze komen gewoon af op de uitnodiging van hun buren of vrienden', zegt Govaert. ‘Anderzijds is het onze manier om origineel te zijn en op te vallen in het overaanbod aan voorstellingen.'

En valt dat wat mee, livings vinden waar je kunt spelen? ‘Gewoon op het einde van de show vragen of iemand je bij zich thuis wil uitnodigen, zo simpel is dat. We zijn nu tweeënhalf jaar bezig en spelen elke week wel ergens, van Limburg tot de kust.'

Kruisbestuiving

Een van die adresjes waar ze altijd welkom zijn, is bij Didier Stofferus thuis, in de Gentse volksbuurt Brugse Poort. ‘Theater interesseert me wel, maar als ik naar de schouwburg ga heb ik soms last van de mentaliteit: nogal wat mensen hebben er een hoge dunk van zichzelf. Terwijl het er in onze living altijd vriendschappelijk aan toe gaat, of het nu theater is of cabaret dat we uitnodigen.'

‘Dat is trouwens nog een reden waarom we het doen: om mensen uit de buurt te leren kennen in een ongedwongen sfeer. Als ik buitenkom, steek ik graag mijn hand op naar de buren. Als je bovendien merkt dat je mensen inspireert, is dat mooi meegenomen.'

Ook Koen Dooms daagt zijn kennissen graag uit. In zijn huis in Schaarbeek organiseert hij meestal concerten, maar in het voorprogramma geeft al eens een danser of danseres een performance. ‘Hier verblijven vaak buitenlandse studenten van Parts, de school van Anne Teresa De Keersmaeker, en zo leerde ik de hedendaagse dans kennen. Er ging een wereld voor me open. Die ontdekking wil ik graag delen. En aan de reacties te horen, werkt de kruisbestuiving: dansfanaten leren nieuwe muziek kennen, en muziekliefhebbers moderne dans.'

En wat vinden de dansers er zelf van? ‘Voor hen is het meestal nieuw: omdat ze per definitie ruimte nodig hebben, treden ze zelden in woonkamers op. Vaak moeten ze improviseren. Maar die performance op maat van een specifieke kamer maakt het net enorm boeiend, zowel voor hen als voor de toeschouwers.'

‘En stuk voor stuk halen ze er veel voldoening uit om buiten hun gewone circuit te komen. De danswereld is klein, en ze vinden het verfrissend om reacties te horen van een totaal ander publiek.'

Kortom: organisator, publiek, performer, bij een huiskamershow heeft iedereen gewonnen. Of niet soms? ‘Alleen mijn agent is in alle staten dat ik zoveel kleine optredens doe', lacht Robin Proper-Sheppard.